Menu

Artsen zijn vrij te beslissen welke middelen ze aanwen­den om tot een diagnose en behandeling te komen. Deze vrijheid is zowel in wetten als in deontologische regels vastgelegd, maar is daarom niet absoluut. De vrijheid van de arts wordt in de eerste plaats beperkt doordat de patiënt zijn of haar toestemming moet geven. Daarnaast zijn er een aantal wetten en deontologische richtlijnen die beperkingen opleggen om "misbrui­ken" tegen te gaan. Ook de evolutie binnen de zorgverlening zelf brengt een aantal restricties met zich mee.

Sedert de jaren rond 1960 voelde men vooral in West-Vlaanderen de nood aan om het globale begeleidingswerk van de kwetsbare mens in onze maatschappij boven de tot dan toe bestaande amateuristische autonomie uit te tillen.